De TA maakt gebruik van drie ego-toestanden. De ego toestanden laten zien hoe onze persoonlijkheid is gevormd (Structurele model) en hoe we reageren in relatie tot anderen (Functionele model). Het Structurele model beschrijft de innerlijke persoonlijkheidsstructuur van een individu. Het Functionele model beschrijft de manier waarop we in verschillende situaties functioneren of reageren.

Het model wordt vaak afgebeeld als drie bollen die elkaar raken, waarbij elke bol een andere ego-toestand vertegenwoordigt. We kennen de Ouder, de Volwassene en het Kind.

In de ouder ego toestand zijn de ouderboodschappen opgeslagen. Dit kunnen boodschappen zijn van ouders, maar ook van opa’s of leraren. Misschien ken je dat stemmetje wel in jouw hoofd van jouw moeder: ‘Neem spullen mee als je de trap oploopt!’ of ‘Trek je wel warme kleren aan met deze kou?’

De Volwassen ego toestand richt zich op het hier en nu. Het gaat om feiten die nu plaats vinden. In de Volwassen ego toestand analyseer je de situatie en werk je doelgericht.

In de Kind ego toestand liggen jouw kindervaringen opgeslagen. Het Kind past zich aan wat anderen zeggen, of handelt spontaan en volgt zijn eigen behoeften. Als jij vrij aan het lachen en grappen bent met je vrienden dan doe je dit vanuit de Kind ego toestand. Net zoals wanneer je precies doet wat er tegen je gezegd wordt, ook dat is gedrag vanuit de Kind.