Script, drivers en stoppers
Het script is het onbewuste verhaal dat we vanaf jonge leeftijd schrijven, vaak als een manier om om te gaan met de wereld om ons heen. De beslissingen die we in onze jeugd nemen, beïnvloeden niet alleen ons huidige gedrag, maar voorspellen ook vaak ons toekomstige gedrag. Het script bevat de beslissingen die we als kind nemen, vaak beïnvloed door de boodschappen die we van onze ouders of andere volwassenen krijgen, of deze nu terecht of onterecht zijn. Bijvoorbeeld: “Als ik heel lief ben voor mama, dan vindt zij mij ook lief” of “Als ik maar sterk ben en niet klaag, dan ziet papa me.” Deze overtuigingen nemen we mee in ons verdere leven.
Het script is een samenspel van een aantal onderdelen:
Drivers
Drivers zijn overtuigingen die in de Ouder ego toestand zijn vastgelegd Er zijn vijf drivers (Kahler, 2008). Ze reflecteren de verwachtingen die we van onszelf hebben, zoals: ‘Ik ben OK als ik goed voor anderen zorg,’ ‘Ik ben OK als ik sterk ben,’ ‘Ik ben OK als ik altijd mijn best doe, perfect of snel ben.’
Drivers zorgen ervoor dat we de pijnlijke emoties, die vaak bij de stoppers horen, niet hoeven te voelen. Drivers geven ons kracht en kwaliteiten, ze heten dan onze werkstijl (Julie Hay, 2004). Als we doorschieten in dit gedrag, belanden we in onze valkuil.
Stoppers
Stoppers zijn verboden die in de Kind ego toestand zijn vastgelegd. Als kind trekken wij conclusies uit de boodschappen van onze ouders, vaak als ze boos, bang of verdrietig zijn. Het kind besluit dat het bepaalde dingen beter niet kan doen en legt zichzelf als het ware een beperking op. Deze beperkingen kunnen we nog voelen in ons volwassen leven.
Er zijn in ieder geval 13 stoppers (Goulding&Goulding, 1976): wees niet gezond, besta niet, kom niet dichtbij, groei niet op, denk niet, voel niet, hoor er niet bij, doe niet, heb geen succes, wees niet belangrijk, wees jezelf niet, wees geen kind en heb geen behoefte.
Attributie
Attributies zijn boodschappen over het kind die tegen anderen worden verteld, zoals: ‘Onze Jan is zo’n vrolijke jongen’ of ‘Mirjam is altijd zo slecht in rekenen.’ Het kind kan deze boodschappen gaan geloven en denken dat ze de waarheid zijn, wat het zelfbeeld en gedrag als volwassene beïnvloedt.

Het script kan zowel positief als negatief werken. Het kan ons helpen staande te blijven in moeilijke situaties, maar het kan ons ook tegenwerken en zorgen dat we steeds in dezelfde ongewenste patronen terechtkomen. Het kan waardevol zijn om je script in kaart te brengen en te onderzoeken of je nieuwe keuzes kunt maken om dit patroon te doorbreken.
De afbeelding hierboven heet de Drenkeling is ontwikkeld door Adrienne Lee (1998) om de werking van de drivers en stoppers in beeld te brengen. De drivers zijn de ballonnetjes en geven ons kracht en energie. Ze trekken ons als het ware omhoog en geven ons kracht. De drivers voorkomen dat we de pijn voelen die ligt opgeslagen in de beperkingen van de stoppers. Als het de ballonnen niet meer lukt om ons boven water te houden, trekken de bakstenen ons naar beneden. Dat zijn de stoppers. We worden weer geconfronteerd met de nare gevoelens die daarbij horen. In jouw volwassen leven kun je zorgen dat de dynamiek tussen de ballonnen en de bakstenen minder wordt.